Christelijke Gereformeerde Kerk Hoogeveen

Bouwen aan een gemeenschap in Christus

Historie

"In 't verleden ligt het heden..."

Wie zich vandaag eraan waagt om bezig te gaan met het kerkelijk verleden, loopt het gevaar door anderen in een bepaalde "hoek" te worden gezet. Men komt nogal eens de idee tegen, dat wij ons "vandaag" los moeten maken van "gisteren". Vandaag staat op zichzelf. Dit idee is verklaarbaar. Al te vaak heeft men het verleden normatief gezien voor het heden. Daarnaast heeft men, gezien vanuit het heden, het verleden ook wel eens verheerlijkt.Dat is een menselijke eigenschap, iets is vaak pas mooi en goed, als het voorbij is en achter ons ligt. Dan kristalliseert zich het goede eruit en verdwijnen de minder mooie kanten als vanzelf. Over het verleden niets dan goeds. Tegen deze mentaliteit verzet men zich vandaag. Begrijpelijk. We zullen het verleden nimmer mogen verheerlijken als "de goeie oude tijd"; er waren goede maar ook slechte zaken, zowel binnen als buiten de kerk. En misschien dat het op een afstand kijken naar de feiten in het verleden ons ook zover brengt, dat we er eerlijk tegenover staan. Dat betekent dan niet, dat we meelopen met de geest van "de parade der mannenbroeders". Terugziend naar het verleden bedoelt dit alleen ons oog te openen voor het wonder van de kerk. Juist omdat de kerk bestaat zijn de wonderen de wereld, ook onze wereld, nog niet uit. Zo willen we ook heel kort gewoon even weer iets van dat verleden van ons kerkelijke leven laten zien. Dan ontkom je er niet aan ook namen te noemen van hen, die aan de kerk leiding gaven. Bij die namen richten we geen standbeelden op. Standbeelden hebben nu eenmaal de eigenschap, dat ze dood zijn. Maar in "de vaderen" zien wij, hoe Gods trouw gestalte krijgt. Onvermijdelijk is, dat bij het doen herleven van onze kerkelijke geschiedenis, gesproken wordt over vroegere tegenstellingen binnen de gereformeerde gezindte. Het is goed om te weten, hoe het geweest is. Het is ook goed om te zien hoe nu de verhoudingen liggen. En onze houding tegenover de ander baseren we niet op een stuk geschiedenis, waarin ook menselijke onvolkomenheden zaten, maar op Gods heilsgeschiedenis, voor ons vastgelegd in Zijn Woord. En het gegrepen worden door Gods Woord maakt ons steeds weer bescheiden: het is niet "ons" werk en "onze" kerk. Gods wijsheid is veelkleurig en Gods genade veelvuldig!

Christelijke Gereformeerde Kerk Hoogeveen

Na de Hervormde Gemeente draagt de Christelijke Gereformeerde Kerk in Hoogeveen de oudste naam. Hoewel de kerk pas in 1904 opnieuw werd geïnstitueerd, gebruikte men de naam Christelijke Gereformeerde Kerk, die deze bij de Afscheiding (in 1834 toen de "Acte van Afscheiding of wederkeering" in Ulrum werd ondertekend) droeg en zoals van 1869 tot 1892 de kerkgemeenschap hier voerde. Immers de Synode van 1893 in Den Haag sprak: "we zijn niet een nieuwe stichting, maar de zuivere voortzetting der aloude Christelijke Gereformeerde Kerk, gelijk zij in de dagen der Afscheiding is herleefd". Men beschouwde zich als de voortzetting van de kerk der Afscheiding. In de notulen van de eerste kerkenraadsvergadering werd daarom gesproken over de "herleefde Christelijke Gereformeerde Gemeente".Wat was de aanleiding hiertoe?
In het jubileumboek ter gelegenheid van het 75-jarig voortbestaan van de Christelijke Gereformeerde kerk in Hoogeveen in 1979 werd al een historisch overzicht gegeven vanaf 1904. Het is niet de bedoeling om dit over te doen, maar voor een goed verstaan is het toch nodig nu in het kort nog even aan te geven wat de belangrijkste punten waren die tot deze verandering leiden.

In 1892 kwam landelijk een vereniging tot stand, in navolging van elders in het land, van de (oude) Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente. Deze laatste was hier in 1887 ontstaan als uitvloeisel van de zogenaamde Doleantie. Bij deze Doleantie had een groep Hoogeveners de Hervormde Kerk verlaten en een eigen gemeente gesticht. In feite een tweede "Afscheiding". Deze groep stichtte achter de bebouwing aan de westzijde van De Huizen (de latere Hoofdstraat) een eigen kerk: de Westerkerk. De andere gereformeerde kerk aan de Hoofdstraat werd toen de Oosterkerk genoemd. Deze in 1892 aangegane fusie kreeg in het land als nieuwe naam: Gereformeerde Kerk, al bleven landelijk enkele Christelijke Gereformeerde Kerken over die het niet eens waren met dit samengaan. Zo ontstond in Hoogeveen de Gereformeerde Kerk. Men kwam bij elkaar in de Oosterkerk, later genoemd de Gereformeerde A-kerk. Een kleine groep bleef echter kerken in de Westerkerk, later genoemd de Gereformeerde B-kerk. En zo kwamen er in Hoogeveen twee Gereformeerde Kerken.

Waarom een A- en een B-Kerk ?

In de Oosterkerk waren in die periode ds. J. Groenewegen van 27 okt.1889 tot 29 sept.1895 en na hem ds. L. Kuiper van 2 aug.1896 tot 18 juni 1906 de geestelijke leidslieden. In de Westerkerk, de B-kerk, stonden achtereenvolgens ds. P.N. Kruyswijk van 29 sept.1889 tot zijn vertrek naar Sneek op 1 mei 1893, daarna ds. C.S. Boss van 24 sept. 1893 tot zijn vertrek naar Middelharnis op 24 okt.1897 en ds. W.A. Dekker van 27 maart 1898 tot zijn overlijden op 1 maart 1902. Tussen de beide groepen waren de nodige spanningen, die echter buiten het bestek vallen van dit hoofdstuk. Op 25 april 1899, na zeven jaar gescheiden optrekken, gingen de A- en de B-kerk samen. Echter niet allen waren het hiermee eens en ondanks de bemoeienissen van ds. L. Kuiper bleven de nodige spanningen, vooral toen sommigen ontdekten dat ze niet meer christelijk gereformeerd waren, maar ingeschreven waren als lid van de Gereformeerde Kerk.

Nadat in 1899 br. Wessel Knegt al als lid van de Gereformeerde kerk had bedankt, werden door verontrusten onder leiding van hem diensten gehouden in een zaaltje van Olde aan de Hoofdstraat en deze werden later verplaatst naar de bovenzaal van hotel Ogterop, ook aan de Hoofdstraat.Op 15 september 1903 ging hier in één van de diensten voor de christelijke gereformeerde predikant ds. H. Janssen (de latere leger- en vlootpredikant in algemene dienst) van Amsterdam, onder leiding van zijn kerkenraad. Op 21 september 1903 bedankten 10 gezinnen en een vrouw in een brief aan de gereformeerde kerkenraad als lid van die kerk. De volgende zondag werden deze daar van de kansel afgelezen: Lense Lensen, Geert Lensen, Seine Heet, Jan Jonkman, Johannes Vlietstra, Jan Jans de Jonge, Harm Timmerman, Johannes Bremer, Hendrik Veuger, Margje Tissing en Wessel Knegt. Kennelijk werd dit van deze laatste nu pas officieel. Aan de classis Zwolle werd nu door br. Knegt en de andere broeders toestemming gevraagd om een "station" te stichten. Dit verzoek werd ingewilligd. Op 27 oktober 1903 is dit "station" gesticht, weer onder leiding van ds. H. Janssen en de kerkenraad van Amsterdam; br. W. Knegt werd als ouderling bevestigd en br. H. Timmerman als diaken. Door de sterke groei werd het noodzakelijk geacht een gemeente te stichten. Na goedkeuring door de classis is op 19 januari 1904 de Christelijke Gereformeerde Gemeente herontstaan. In het jubileumboek ter gelegenheid van het 75-jarig voortbestaan van de kerk werden de 45 gezinnen opgenoemd die in 1903 en 1904 de Gereformeerde kerk verlieten en christelijk gereformeerd werden. Deze verandering van kerk moet zeker in die tijd niet onderschat worden en dit zal met veel strijd en niet te vergeten innerlijke strijd gepaard gegaan zijn. Familieverhoudingen raakten verbroken, vijandschap openbaarde zich, werkverhoudingen raakten verstoord. Als namen van de eerste kerkenraadsleden uit die tijd zijn ons bekend de brs. A. Koekoek van Nieuw-Balinge en S. Heet van Alteveer (ouderlingen) en br. J. Strijker (diaken). Op één van de eerste kerkenraadsvergaderingen werd besloten tot een normaal kerkelijk leven, zodat ook de sacramentsbediening kon functioneren. Het eerste avondmaalstel moest geleend worden van de kerk te Nieuw-Amsterdam. De eerste huwelijken die kerkelijk bevestigd werden waren van J. Vos en A. Wemmenhove, (br.J. Vos die later ook jarenlang ouderling is geweest) en G. Kuiper en M. Drenth, (br. G. Kuiper die een tijd scriba van de kerkenraad was), welke met hun gezin in 1930 naar de Verenigde Staten zijn vertrokken. De kerkenraadsvergaderingen werden gehouden ten huize van br. W. Knegt, die aan Het Haagje naast bakker De Vries woonde. Ter informatie van de vrouwen van kerkenraadsleden zij meegedeeld, dat men ook toen lang vergaderen kon: het is gebeurd, dat men van 's morgens 10 uur tot 's avonds laat als kerkenraad bijeen was. De gemeente breidde zich uit: in maart 1904 kwam er een "station" te Nieuweroord, waar br. A. Koekoek als "oefenaar" de gemeente een twaalftal jaren met veel zegen heeft gediend. Er kwam daar een eigen kerk, pastorie en school. De jeugd en het onderwijs aan de jeugd had de duidelijke belangstelling van de kerkenraad. Het houden van catechisaties gaf echter moeilijkheden. Men kon zich in die dagen niet zo gemakkelijk verplaatsen, lettend op de slechte, vaak modderwegen en de voorhanden zijnde vervoermiddelen. Het moest steeds lopend gebeuren. Vandaar, dat op drie plaatsen in de gemeente werd gecatechiseerd, en wel in de kamer van de heer Van Gelderen door br. W. Knegt, bij br. J. Bremer op Noord door de brs. A. Koekoek, H. Meinen en J. Bremer en in Alteveer bij br. L. Lensen door de brs. S. Heet, H. Timmerman en J. Strijker. De boekjes, die gebruikt werden, waren van Borstius, die het achter in ons psalmboek opgenomen "Kort Begrip" schreef (1661) en het bekende vragenboek van Hellenbroek.

Vanaf de begintijd was er een duidelijke vraag naar een eigen predikant. Ook toen echter lukte het beroepingswerk niet bij het eerste beroep dat werd uitgebracht. Als eerste werd beroepen ds. H. Janssen, die echter bedankte (april 1904). Daarna werden in dat jaar nog zes beroepen uitgebracht, o.a. op kand. K.M. Zuidersma en ds. A. Jansens, waarop echter evenveel bedankjes binnenkwamen. In 1905 werd viermaal een predikant beroepen. Toen kwam het bericht: Ik kom. Op 15 juni 1905 nam ds. A. Jansens van Rotterdam het beroep aan, nadat hem door de kerkenraad via de beroepsbrief was beloofd, een traktement van f.1.000,- per jaar, vrij wonen en vijf vrije zondagen per jaar. In september 1905 werd hij door docent Van Lingen hier in het ambt bevestigd.

Klompieskarkie

Vanaf het moment van instituering heeft men gedacht aan en gewerkt voor een eigen kerkgebouw. In augustus 1904 werden door de kerkenraad en een commissie van bijstand pogingen gedaan de Westerkerk in bezit te krijgen, maar dit lukte niet. Ruim een jaar later werd van de heer Pet grond gekocht aan de Bentincksdijk, waarvan de akte op dinsdag 5 december 1905 werd gepasseerd. De Bentincksdijk was toen nog een modderweg. Dit bracht met zich mee, dat men op klompen naar de kerk moest en het is duidelijk, dat daardoor onze kerk in de volksmond de naam "klompieskarkie" kreeg.

De kerk werd gebouwd door de firma Van Dalen en Menninga uit Assen. Dit betekende voor de gemeente een offer in de ware zin van het woord, omdat toen ook meteen de pastorie en de kosterswoning werden gebouwd. Men kon ook toen blijkbaar de zaak goed aanpakken. Ds. A. Jansens heeft op 2 oktober 1906, 10 maanden na aankoop van de grond, de kerk in gebruik genomen met de volgende welsprekende tekstwoorden uit de Bijbel: Prediker 4 vers 17a: "Behoed uw voet, als gij naar Gods huis gaat". De eerste in het kerkgebouw gedoopte kinderen waren Hendrik Stuifzand (zoon van Hendrik Stuifzand) en Margje Otten (dochter van Stoffer Otten). De Van Echtenstraat was er in die begintijd niet. Daar stroomde toen het Krakeel. Over dat Krakeel kwam na heel veel gepraat, o.a. in de gemeenteraad, een vonder. (Een houten loopplank met een leuning). De eis werd gesteld, dat dit door de koster bediend zou worden en hij ontving hiervoor van elk gezin, dat via het vonder naar de kerk ging, een zak aardappelen. Nog voor de ingebruikneming van de kerk, in juli 1906, werd het eerste kostersechtpaar benoemd door de kerkenraad, br. en zr. W. Kleine, die een salaris van f.10,- per jaar plus vrij wonen toegezegd kreeg. Br. Kleine, in mei 1933 overleden, werd toen opgevolgd door het echtpaar A. Plantinga tot 1962 en daarna...

Centrumkerk

Van Echtenstraat 64
7902 EP Hoogeveen
(0528) 26 61 90

Ichthuskerk

Rozenstraat 1
7906 KR Hoogeveen
(0528) 26 64 96

Diensten

Diensten iedere zondag
om 9:30 en 18:30.